Belegger eist nu restanten en grond van Roxy

Beleggingsmaatschappij Merwede eist donderdag in kort geding dat de aandeelhouders van Roxy de restanten van het gebouw en de grond overdragen. Merwede zegt vlak voor de brand die de Amsterdamse discotheek op 21 juni in de as legde, een principe-overeenkomst tot aankoop van het pand te hebben gesloten. De belegger wil opnieuw een 'club-achtige uitgaansgelegenheid' aan het Singel.

Het Parool, 31 august 1999


DOOR ROB ROMBOUTS

Volgens Merwede-directeur D. Beesemer proberen de aandeelhouders onder de overeenkomst uit te komen en zouden er onderhandelingen zijn met andere partijen. 'Roxy heeft geblunderd met de brandverzekering. Nu de verzekeringsmaatschappij waarschijnlijk niet uitbetaalt, proberen ze geld te verdienen met het enige wat nog rest: de grond.' Een man een man, een woord een woord, zegt hij: 'We hadden een mondelinge overeenkomst. We hebben al een paar keer bij de notaris gezeten. Er zijn vijftien concepten over en weer gegaan. Het ging nog slechts om punten en komma's.'

De advocaat van Roxy, E. Minderhoud, ontkent dat er een overeenkomst is. 'Er is niets getekend, er is geen enkele verplichting met Merwede verder te gaan.'

De aandeelhouders van Roxy - directeuren J. Kuipers en M. Kleiss, Triodosbank en Matching Mole BV - besloten eind vorig jaar het gebouw en de grond voor de vraagprijs, vier miljoen gulden, te verkopen aan Merwede - gelieerd aan het buitenreclamebedrijf Mediamax. Roxy zou het pand terughuren voor 310.000 gulden per jaar, een 'mager tot redelijk rendement' aldus Beesemer.

Het huurcontract zou voor tien jaar zijn, met de mogelijkheid tot verlenging met tweemaal vijf jaar. De overeenkomst op hoofdlijnen was in november vorig jaar gereed. De onderhandelingen werden vertraagd toen de aandeelhouders van Roxy een zogeheten vennootschapsdeal wilden, een overeenkomst die fiscaal aantrekkelijk is.

Beesemer: 'Maar het veranderde niets aan het feit dat het ons om de bakstenen ging en niet om de exploitatie. Die zou in handen van Roxy blijven.'

Merwede zag de Roxy als een interessant beleggingsobject. 'Het is een prachtige locatie, het was een prachtig gebouw. '

Op 8 juli zouden partijen de koopovereenkomst ondertekenen. Op 21 juni brandde de Roxy af als gevolg van afgestoken vuurwerk op de bijeenkomst na de begrafenis van grondlegger Peter Giele eerder die dag. Een week later liet Roxy Merwede weten af te zien van de verkoop 'vanwege gewijzigde omstandigheden'.

Als de brand niet had plaatsgevonden was de transactie geruisloos gepasseerd, is de overtuiging van Beesemer. Ook als de verzekering zou hebben uitbetaald, was de verkoop doorgegaan. Beesemer spreekt van een opeenvolging van rampen. 'De brand heeft plaatsgehad als gevolg van, ik zeg het voorzichtig, vermoedelijk mismanagement. Het gebouw staat er niet meer. Als de verzekering niet uitkeert, waar het naar uitziet, resteert alleen de grond als activa.'

In het kort geding eist Merwede nakoming van de verkoop en stopzetting van onderhandelingen met derden. Bovendien moeten de onderhandelingen over de waarde van grond en pand worden heropend. 'Normaal worden na een brand de verzekeringspenningen ingebracht. Nu niet. We moeten praten over bijstelling van de koopsom.'

Roxy's advocaat E. Minderhoud bestrijdt overigens dat Roxy onderhandelt met anderen.