Vrolijke kermis in onze magen

Keurige stapels schoon tafellinnen worden binnengedragen langs de open keuken die zich vlakbij de ingang bevindt. Uit de keuken komen de luide stemmen van jonge, met goede zin werkende koks.

Algemeen Dagblad, 7 april 2005


Een bloemiste gaat op een stoel staan om de bloemen in twee enorme vazen te verversen. Op het damestoilet is geen papier, op het herentoilet wel, maar daar ligt een leeg rolletje op de vloer. De gastheer is even zoek.

Een van de koks slaat op een belletje om hem op te roepen. Het is alsof niet op de komst van lunchgasten is gerekend. Het heeft wel het voordeel dat rustig kan worden rondgekeken. Wat een interieur! Je krijgt het er warm van, zo sfeervol, met balken zoldering, houten vloer, precies de goede gordijnen in antieke stijl, ingelijste, honderd jaar geleden met de handgeschreven recepten, open haard, kaarslicht. We nemen de deuren van een bedstee waar, met daarnaast een luikje waarachter zich vast en zeker een bak voor gloeiende kooltjes bevindt. Maar als we dat openen zien we een brandblusapparaat.

Hetrestaurant dankt zijn naam aan ?tante? Koosje Edema die het schilderachtige pandje tot het begin van de jaren zestig heeft bewoond. Haar geest lijkt nog rond te zweven in het knusse interieur. Zo knus, je gaat onwillekeurig in verkleinwoorden praten: houten deurknopjes, open haardje, obertje. Maar zo?n ambiance kan een sluwe vermomming zijn, wat op het bord verschijnt daar gaat het om. Ober! En eindelijk, daar is hij. Tja, de lunch is hier een probleem, meldt hij, het is altijd rustig.

Dit land heeft geen lunchcultuur. Lunchen is voorbehouden aan het gestreepte pak met de creditcard. En dat pak wordt bij Tante te weinig gezien.

Laura Fygi wordt overstemd door een kok die luid converserend bezig is kweeperen aan dunne plakken te snijden om die te stoven. De keuken werkt aan voorbereidingen voor het diner. Ineens zijn we niet meer alleen. Er nemen enkele dames plaats. Een van hen meldt: ? Mijn man is gezagvoerder, dus geen peulvruchten,? waarop een hartverscheurende stilte valt. Dan zegt een ander opgewekt: ? Meiden, ik ben een beetje vissig vandaag. Ik doe vis.

De ober brengt ons wel bijzonder lekker brood, maar geen amuse. En dat had wel gemogen, want de prijzen liegen er niet om. Een driegangenmenu komt op 39 euro. We kiezen als voorgerechten gebakken kippenlever met madeirasaus en salade van gekonfijte lamsschenkel met gemarineerde zuurkool, eendenleverkrullen en morillecrème. Met die krullen is Tante wat uit haar slof geschoten: bijna een permanentje, zoveel. Maar al het overige stemt ons blij. Salade Tante Koosje is een hoofdgerecht voor de culinaire schatzoeker, zo meldt de kaart. Subtiele timbaaltjes met tonijn, zalm, geitenkaas, coquilles, garnalen etc. Een vrolijke kermis in de maag. Verder verkeren we geruime tijd in de greep van gestoofd draadjesvlees met, alweer, eendenlever en veel te veel fijngesneden biet.

Waarbij een fles Languedoc- rosé indaalt. Maar goed dat Grand Marnier ontbreekt in Tante?s dessert bombe van pure chocola, want het is zo ook al een dreunende bombe. Eigen schuld. De dame die vandaag vissig is, bestelt kip.