Holleeders Huzarensalade

Willem Holleeder en de zijnen werden eind januari gearresteerd op verdenking van afpersing. Het bewijs moet worden geleverd in het zogeheten Kolbak-onderzoek. Dat dossier, waar Vrij Nederland inzage in had, staat bol van geweld en dreiging met geweld. De bewijsvoering drijft echter vooral op getuigenissen en ‘zachte’ recherche-informatie. Harde feiten zijn er weinig. Heeft justitie wel een zaak tegen de bende van ‘het beest’?

Vrij Nederland, 25 februari 2006


Door Harry Lensink

Harry de Lange is in een jolige bui op 31 december 1999. Hij laat zich de champagne goed smaken tijdens de Millennium-party in de IJmuidense jachthaven. Het feestje wordt gegeven door Willem Endstra en De Lange kent diens secretaresse. Vandaar. Aangeschoten zwalkt de Noord-Hollander langs de overige gasten. Zijn blik blijft hangen bij een man met een ferme neus. ‘Hé, wil je met mij op de foto?’ roept hij tegen de onbekende gast. En dan grappend: ‘Maar dan wel op z’n hondjes.’

De man wenkt hem en zegt ‘loop maar even mee’. De Lange volgt, in afwachting van een ludiek fotomoment. Dat pakt net even anders uit. Buiten het hotel voelt hij een keiharde klap in z’n gezicht. Daarna beginnen twee andere mannen op hem in te beuken. ‘Ik ben er geweest,’ denkt het slachtoffer. Hij ziet in een split second een taxi staan, weet zich aan zijn belagers te ontworstelen en hijst zich schielijk in de auto, die meteen wegscheurt.

De eerste vuist op het gezicht van Harry de Lange is afkomstig van Willem ‘de Neus’ Holleeder, zo staat in het dossier te lezen. Daarna maken zijn bodyguards het ‘af’. Het slachtoffer zegt later tegen de politie dat hij ‘het gevoel had in een maffiafilm te zijn beland’. De gemolesteerde feestganger zegt ‘behalve angst’ geen blijvend letsel te hebben opgelopen. Wel gaat bij hem ‘de vlag uit’ als Holleeder voor lange tijd achter de tralies verdwijnt.

Daarmee verwoordt De Lange ongetwijfeld de wens van Justitie. Zijn casus is een van de vele hoofdstukken in het Kolbak-onderzoek. Het verhaal zal niet leiden tot een veroordeling wegens afpersing met geweld, waarvan Holleeder en de zijnen worden verdacht. Maar toch is het millenniumincident veelzeggend. Het openbaar ministerie doet er alles aan om Holleeder neer te zetten als een gewelddadige, sluwe, gewetenloze schurk.

De officieren van justitie, Fred Teeven en Koos Plooij, hebben er blijkbaar vertrouwen in, gezien de titel van het onderzoek. Of de speurders spreken zichzelf moed in. Ze hebben een ‘huzarenstukje’ geleverd. Daar verwijst de naam ‘Kolbak’ namelijk naar: het hoofddeksel van een huzaar. Een cynicus zou in het dossier ook een gelijknamige salade kunnen zien. Want Kolbak is voor een belangrijk deel gebaseerd op een mengelmoes van zogenaamde ‘zachte’ informatie, processen-verbaal van de Centrale Inlichtingen Eenheid (CIE). Daarnaast zijn er tientallen verklaringen van betrokkenen en natuurlijk ook het relaas van de later vermoorde Willem Endstra, die zijn opponent betitelt als ‘een beest’. Maar heel veel hard feitenmateriaal is bij een eerste lezing niet aanwezig, waarbij dient worden aangetekend dat het gerechtelijk vooronderzoek nog in volle gang is.

Sinds 2002 heeft justitie opnieuw aandacht voor de Heineken-ontvoerder. In dat jaar kreeg de CIE informatie waarin alle usual suspects voorbijkomen. Er staat te lezen dat vastgoedmensen werden afgeperst, onder wie natuurlijk Endstra, en daarnaast zijn zakenpartners Klaas Hummel, John Wijsmuller en Erik de Vlieger. Maar ook topcrimineel John Mieremet, zijn vrouw Ria Eelzak en ‘Dikke Charles’ Geerts, voormalig vriend van de Heineken-ontvoerders, worden genoemd als slachtoffers van De Neus. ‘Holleeder heeft Endstra in zijn macht. Deze moet doen wat hij zegt, anders heeft zijn familie een probleem,’ meldt het proces-verbaal. Dat is voor de politie nog geen reden om een onderzoek te starten. Die urgentie ontstaat pas als Willem Endstra van maart 2003 tot en met januari 2004 een luisterend oor zoekt bij het Amsterdamse korps. Zijn biecht beslaat tientallen pagina’s in Kolbak. De gesprekken met rechercheurs, vaak opgenomen in de auto van het vermeende slachtoffer, zijn letterlijk weegegeven. Hij zijn fragmentarische, impressionistische en soms onnavolgbare dialogen tussen de vastgoedman en de politie. Hij stelt dat de groep rond Holleeder ‘zo’n 25 liquidaties heeft laten plegen’ en dat hij daarover altijd op voorhand werd ingelicht. Ook stelt Endstra dat zijn plaaggeest werkt aan een vastgoedproject in Belgrado, waar hij samen met ‘de Milosevic-clan’ een appartementencomplex wil bouwen, ‘om zo legale inkomsten te creëren’. Endstra doet geen aangifte, maar de reden waarom hij met de politie praat, is duidelijk. ‘Ik wil dat jullie ze pakken. [...] Niet voor iets kinderachtigs, eh, wildplassen of een wietplantje, maar voor moord.’

Stapsgewijs ontleedt justitie de zaken waar Holleeder van wordt verdacht. Vaak aan de hand van Endstra’s getuigenissen of fragmenten uit zijn dagboek. Die zijn in partjes gehakt en daar reageren verschillende getuigen dan weer op: zakenrelaties, familieleden, vriendinnen. Zo bouwt het OM een zaak.

Overigens zijn er meer verdachten dan de veertien die eind januari gelijktijdig met Holleeder werden gearresteerd. Kolbak noemt het volgende rijtje. De Joegoslaaf Maruf M., alias ‘Paja’. De Turken Ayhan T., Servet Y., Ayse B., Ozden R en Ozan T. Oud-ijshockeyer en Mieremet-vriend Ferry de K., Amsterdamse zware jongens René van D., Dick R., en Richard G., Holleeders financiële man Marcel K., de gangsterliefjes Maike D., Orminda S., Sandra den H., Cantal O. en Apolonia van der V. En tenslotte klusjesman Vincent H. Van die zeventien zitten er op dit moment nog tien in voorlopige hechtenis. Wie bijvoorbeeld niet vastzit, is oud-ijshockeyer Ferry de K. Terwijl hij volgens justitie toch duidelijk een rol heeft gespeeld in de afpersing van de Amsterdamse zakenman Rolf Friedländer, een kennis van Endstra.

De Friedländer-casus is misschien wel de meest ‘harde’ van de ten laste gelegde feiten. Justitie heeft getuigen en tapverslagen van een bezoek dat Holleeder aan Friedländer heeft gebracht. Daarin waarschuwt de Heineken-ontvoerder dat Friedländers zoon ‘omgang’ heeft met een meisje, dat een relatie heeft met een Joegoslaaf. Kort na deze waarschuwing komt Holleeder met Sam Klepper en John Mieremet bij Friendländer aan huis waar deze met geweld bedreigd wordt. ‘Waarbij ze Frieländer trachten te bewegen tot afgifte van 500.000 of 600.000 gulden,’ aldus de recherche-informatie. ‘Indien hij niet zou betalen dan zou zijn familie en zijn ex-vrouw worden vermoord. Deze bedreiging is gezien en door een kennis waargenomen.’

Later verschijnen topcrimineel Jan Femer (vermoord in 2000) en Ferry de K. ten tonele. De laatste is oud-ijshockeyer van de Amstel Tigers, waarvan Friedländer voorzitter was. Zij vertellen de vastgoedman dat hij moet betalen.

Hiermee lijken Teeven en Plooy een stevige zaak te hebben. Minder evident is dat bij de afpersing van de derde vastgoedhandelaar, John Wijsmuller. De Turken uit de Holleeder-bende zouden bij hem op bezoek zijn geweest voor een ‘goed gesprek’, waarbij het vermeende afpersslachtoffer werd mishandeld. De precieze toedracht van de gebeurtenissen wordt niet duidelijk. Wel melden verschillende getuigen dat Wijsmuller in het verleden betrokken zou zijn geweest bij de handel in hasj, hoewel de zakenman daarvoor nooit is veroordeeld of vervolgd.

En dan is er nog slachtoffer vier, vastgoedhandelaar Kees Houtman, alias Woody. Ook Houtman sprak met de politie, en ook Houtman werd – vorig jaar november – vermoord. In zijn dossier duiken de namen op van de verdachten René van D. en Richard G. Woody was in de jaren tachtig de leider van de Kinker-bende, die brute bankovervallen pleegde. Volgens recherche-informatie zat Houtman later in de drugshandel. Buiten de hoofdstedelijke onderwereld was hij geen bekende naam. Tot zijn liquidatie. In een anonieme melding die bij de Amsterdamse politie binnenkwam, enkele maanden voor de dood van Houtman, staat te lezen: ‘Ik hoorde dat Kees Houtman is afgeperst door Willem Holleeder en ene George. Zij zijn bij Kees thuis geweest en hebben de vrouw van Kees een vuurwapen in de mond geduwd. Kees moest 1 miljoen betalen.’ Zelf heeft Houtman ook een verklaring afgelegd bij de recherche. Daarin zegt hij door George van Kleef en Richard G. is afgeperst in het bijzijn van vrouw en kinderen. Dat alles in opdracht van Holleeder.

George van Kleef werd twee dagen na Houtman geliquideerd. De moord zou een wraakactie zijn van Houtman-vertrouwelingen. Tot het groepje dat Houtman afperste, behoort volgens het onderzoek ook René van D., een zwager van Van Kleef. Van D. doet dit in het onderzoek af als onzin en zegt dat hij goed bevriend was met Houtman. Toch werd hij geweigerd op de begrafenis van zijn ‘vriend’.

Dat zijn vier afpersingszaken op een rij. Overal zou Holleeder achter zitten. Maar wat na lezing van Kolbak bevreemd, is de rol van twee van zijn kompanen: Dino S. en Stanley H., beruchte Amsterdamse criminelen. Ze zijn geen officiële verdachten in dit dossier, maar krijgen door justitie, door Endstra en door vele getuigen een belangrijke rol toegedicht in de misdadige praktijken van de bende. Toch is geen van beiden gearresteerd in dit onderzoek. Vooral de reputatie van Stanley H., alias ‘de ouwe’, is huiveringwekkend. Wie in het recente verleden vroeg naar deze sterke man achter Holleeder, stuitte op een angstig zwijgen. Endstra verhaalt er wel over tegen de rechercheurs, in de veilige beschutting van zijn gepantserde BMW. De vastgoedbaron vertelt dat hij op een gegeven moment in de tuin van zijn kantoor wordt opgewacht door Stanley H., getooid met een ijsmuts, die miljoenen eist, ‘anders is het afgelopen’ .

Het zijn grote bedragen die steeds worden genoemd. De slachtoffers moeten tonnen of miljoenen schokken. Belangrijk voor justitie is natuurlijk de money trail. Wanneer, hoe en via wie is het geld bij de verdachten terechtgekomen? Veel aandacht in Kolbak gaat dan ook uit naar de financiële constructies die Holleeder en de zijnen zouden hebben gebruikt. Zo staan er uitvoerige verhoren in met de opstellers van verhullende buitenlandroutes. Eerder werd bekend dat Endstra miljoenen zou hebben gestort in vennootschappen in exotische oorden als The Virgin Islands. Die ondernemingen behoorden toe aan Jan Dirk Paarlberg. Deze deels in Londen woonachtige vastgoedhandelaar is ooit rijk geworden in de reclame en stond – tot het Endstra-schandaal – op goede voet met eurocommissaris Neelie Kroes.

Paarlberg zou op zijn beurt Endstra’s geld hebben doorgesluisd naar de Heineken-ontvoerder, luidt de theorie. In het dossier wordt Paarlbergs fiscalist Ad van Tatenhove daarover uitvoerig aan de tand gevoeld. Keer op keer stelt de rekenaar echter dat hem nooit iets bekend is geworden van mogelijke dwang die werd uitgeoefend op zijn opdrachtgever. Ook wordt uit de stukken niet duidelijk of de geldstroom inderdaad eindigt op de bankrekening van Holleeder. Slechts één pikanterie wil Van Tatenhove kwijt: Paarlberg heeft wel eens tegen hem gezegd dat ‘de man met de grote neus’ hem in Londen had bezocht, maar Van Tatenhove vond het ‘niet kies’ om daarover door te vragen.

Een van de momenten dat de oud-Heineken-ontvoerder miljoenen zou hebben geëist, was toen Endstra en Klaas Hummel in 2001 voor 80 miljoen euro het World Fashion Centre verkochten. ‘Op de een of andere wijze wilde Holleeder ook in het World Fashion Centre,’ zegt Endstra’s broer Haico in een verhoor met de politie. ‘Hij wilde kijken of hij officieel weer in het onroerend goed kon.’ Toen de zakenpartners dat weigerden, sloeg Holleeder door, herinnert Haico zich. ‘Ik heb hem voor het eerst zien schuimbekken […] toen liep hij het kantoor uit, vouwde een fiets dubbel en schopte tegen een boom.’

Wat zijn verder saillante details? Nou, dat de laptop van Telegraaf-journalist John van den Heuvel werd gestolen door criminelen, omdat ze wilden weten wat de vorig jaar vermoorde gangster John Mieremet allemaal aan de verslaggever had verteld. Van den Heuvel publiceerde in 2002 een interview met de criminele Nederbelg Mieremet, waarin deze onder andere zegt: ‘Sam Klepper en ik waren de drugshandel een beetje zat. De risico’s waren te groot en met andere activiteiten viel meer geld te verdienen. Er is een plan uitgewerkt om zakenmensen te gaan afpersen. Daarbij speelden ook Heineken-ontvoerder Willem Holleeder en vastgoedhandelaar Willem Endstra een rol.’

Maar lang niet alles uit dat gesprek haalde de krant, zo blijkt uit de digitale notities van Van den Heuvel, die Justitie bij een huiszoeking op de gestolen laptop aantrof: ‘Klaas Hummel, Klepper wilde je afpersen, ik kon het tegenhouden. Ik wil twintig miljoen. De Vlieger, jij hebt iets fout gedaan. John Wijsmuller in drugsverhalen. Endstra schiet het voor en verrekent het later met die mensen. […] Hoe kan iedereen in het verhaal trappen, terwijl de weduwe zegt, Willem Holleeder zit er achter. Holleeder bezit de pot van Klepper.’

En dan zijn er natuurlijk nog de berichten over advocaat Bram Moszkowicz en zijn verhouding tot Holleeder. Eerder deed de raadsman de verdenking jegens zijn cliënt af als ‘indianenverhalen’. Dat zal je de advocaat niet meer snel horen zeggen. Zeker niet nu op straat is komen te liggen dat hij in contacten met de recherche heeft laten weten zich soms ‘ongemakkelijk’ te voelen bij zijn klant.

In Kolbak staat breed uitgemeten dat er een ontmoeting zou zijn geweest tussen Holleeder en Endstra op het kantoor van Moszkowicz, waarbij de vastgoedman te kennen was gegeven dat hij moest gaan betalen. Daarbij werd een pistoolmitrailleur op zijn hoofd gezet, aldus Endstra. Tot op heden heeft Moszkowicz altijd ontkend van deze ontmoeting te weten.

Toch lijkt er iets vreemds aan de hand. ‘Hij staat altijd klaar voor Holleeder. Of hij wil of niet,’ zegt de secretaresse van de beroemde strafpleiter. Verder is er CIE-informatie over Moszkowicz toegevoegd aan het dossier: ‘Door de crimineel Willem Holleeder en Dino S. wordt de zuster van Dino, genoemd Orminda, ingezet om mensen te bedanken voor bewezen diensten. Orminda is gestopt omdat ze niet langer wil ingaan op de wensen van Bram Moszkowicz.’ Ook is amoureus sms-verkeer tussen de advocaat en verdachte Orminda S. in de stukken opgenomen.

Het heeft geleid tot grote commotie onder advocaten, die het ‘onverteerbaar’ vinden dat het OM op dergelijke wijze een raadsman besmeurt. Moszkowicz heeft inmiddels een brief naar het openbaar ministerie gestuurd, waarin hij protesteert tegen de openbaring van privé-gegevens.

Toch zou je kunnen zeggen dat het op zijn minst uitzonderlijk is dat een raadsman een relatie onderhoudt met de zus van een cliënt. ‘Maar dan moet het OM ook z’n ballen laten zien,’ zegt een betrokken advocaat, ‘en Bram als verdachte beschouwen.’

En dan is er nog informatie met een hoog soap-gehalte. Bij voorbeeld over de scooterwinkel Andiamo in de Van Baerlestraat, waar Holleeder vaak koffie kwam drinken en waar hij ooit zes scooters kocht. En hij niet alleen: friends and family snorden ook rond op een Italiaanse tweewieler uit Amsterdam-Zuid. Raadsman Bram Moszkowicz, Hells Angel Harrie Stoeltie, Holleeder-maatjes René van D. en Richard G., de verdachte weduwe van Sam Klepper, Sandra den H., de vorig jaar vermoorde vastgoedhandelaar Kees Houtman en de eveneens geliquideerde advocaat Evert Hingst. Overigens blijft de reikwijdte van Kolbak niet beperkt tot de actieradius van een Andiamo-scooter. Het dossier herbergt ook verwijzingen naar moordzuchtige Joegoslaven in Spanje, ondergedoken criminelen in de Verenigde Staten en minnaressen in Duitsland.

En soms, soms is het ook nog gezellig, zo blijkt uit de getuigenverklaring van Natascha Bolkestein, voormalig geliefde van Willem Endstra. Zij ziet geen enkele wrijving tussen de gezworen vijanden Holleeder en Endstra. In haar beleving gingen de twee jarenlang gebroederlijk sporten. Bolkestein bezoekt met haar lover Thailand, Frankrijk, Spanje en Londen. Soms fêteert hij haar op een reisje per privé-jet, waarvan zeker één keer met Willem Holleeder. Dat was in Italië, waar de heren van plan waren om een villa te bekijken – en eventueel te kopen – van de familie Versace. Bizar detail: Bolkestein vertelt de rechercheurs en passant dat ze een vriendschappelijke relatie onderhoudt met de Joegoslavische topcrimineel Screten ‘Joca’ J., die vastzit in de EBI in Vught, waar ze hem regelmatig opzoekt.

Er valt zelfs wat te lachen in Kolbak. Hilarisch wordt het als Klaas Hummel in een verhoor verhaalt over vastgoedcollega Jan-Dirk Paarlberg. Deze zou een verhouding hebben gehad met een secretaresse en om die relatie te consumeren een boerderijtje hebben gekocht in Woerden. ‘Paarlberg werd heel erg zenuwachtig, want iedere avond stond daar een auto op een landweg met twee mensen erin,’ zegt Hummel tegen de politie. ‘Hij dacht dat ze het huis in de gaten hielden.[…] Toen is Holleeder met een paar speciale mensen […] ’s avonds in de Woerdenseverlaat gaan liggen. Hij heeft gewacht tot die auto weer kwam opdagen en vervolgens hebben ze die auto bestormd. Toen bleek dat een jongen te zijn die met een meisje aan het vrijen was.’

Toch is het ook in de gesprekken met Hummel waaruit blijkt dat de waarheid vele vaders kent. Al jaren doen geruchten de ronde dat ook hij werd afgeperst, wat tevens zou moeten blijken uit de getuigenissen van Willem Endstra. Maar Hummel, in zijn eerste verhoor, zegt: ‘Ik wil uit dat afpersingsverhaal. Ik word niet afgeperst, ik ben niet afgeperst maar waar ik nu last van heb is dat wordt gezegd dat ik word afgeperst.’ Het is zo’n opmerking waarbij het betoog van Endstra toch lichtjes gaat wankelen.

Justitie neemt een voorschot op die twijfel. In een toelichting bij zitting van de raadkamer, waar vorige week werd besloten over de voorlopige hechtenis van de verdachten, schrijven Plooy en Teeven: ‘Endstra op voorhand diskwalificeren als grote leugenaar is misschien de meest voor de hand liggende strategie van de verdediging, zij is ons veel te gemakkelijk, en gegeven de inmiddels vele bevestigingen van Endstra’s gespreksinformatie geen kansrijke.’

Het OM zal zwaar leunen op de beeldvorming van Holleeder en zijn bende. De rechters zullen ervan moeten worden overtuigd dat de man inderdaad het ‘beest’ is, van wie je moet aannemen dat hij dergelijke dingen doet. Waarschijnlijk is Kolbak alleen niet voldoende om dat doel te halen. Niet voor niets voeren de officieren drie bedreigde (dus geheime) getuigen op.

Voor sommigen is de waarheid sowieso een heel andere dan die van Justitie. Een ex-vriendin van Willem Holleeder wordt ook gehoord en zegt: ‘Willem Endstra is een grote crimineel. En Willem Holleeder is er ingeluisd door Willem Endstra.’ En ook handlanger Paja is overtuigd van het tegendeel: ‘Willem Endstra is de grootste afperser van de wereld’ en later ‘Willem Holleeder is de Godfather. Dat is hij helemaal niet. Hij is gewoon een stripfiguur.’