Zaak-Holleeder kruipt naar bovenwereld

De verwevenheid tussen zware onderwereld en vermogende bovenwereld in de zaak-Holleeder begint zich met de formele verdenking jegens twee zakenlieden scherper af te tekenen.

Algemene Dagblad, 13 april 2006


Het Openbaar Ministerie (OM) heeft de aanklacht tegen de verdachten in de zaak-Holleeder c.s. uitgebreid met het witwassen van door afpersingspraktijken verworven geld, aldus het landelijk parket van het OM woensdag.

Woensdag werd tevens bekend dat de vastgoedbaronnen en zakenpartners David B. en Jan-Dirk P. als verdachten gelden in het onderzoek naar de criminele organisatie rond Willem Holleeder. Dit hebben betrouwbare bronnen bevestigd.

Het Openbaar Ministerie (OM) doet hier geen mededelingen over.

Het kantoor van B. werd op de dag van de arrestatie van Holleeder doorzocht door de FIOD-ECD. Naar P. loop vanuit het Amsterdamse OM al langer een strafrechtelijk onderzoek wegens het witwassen van crimineel geld en valsheid in geschrift. P.'s advocaat, G. Meijers, zei dinsdag niet op de hoogte te zijn van enige verdenking in de zaak-Holleeder. "Mijn cliënt noch ik hebben iets van die strekking van politie of justitie vernomen."

De raadsman van B., C. Raymakers, gaf woensdag een schriftelijke verklaring uit. Dat justitie David B. als verdachte zou hebben aangemerkt "wordt door cliënt ver van zich geworpen", aldus het summiere stuk. " Een dergelijke verdachtmaking kan naar de volle overtuiging van cliënt slechts berusten op onjuiste verklaringen of een onjuiste interpretatie van feiten, hetgeen vervolgonderzoek zal uitwijzen."

Van verwevenheid tussen onder- en bovenwereld in het dossier-Holleeder bleek al eerder toen bekend werd dat de justitiële stukken privé-informatie bevatten over Holleeders advocaat A. Moszkowicz. In de kern kwam die informatie erop neer dat raadsman en cliënt een meer dan strikt zakelijke relatie zouden hebben. Zowel Moszkowicz als de deken van de Orde van Advocaten hebben vergeefs verzocht het dossier op dit punt te schonen.

Woensdag verlengde de raadkamer van de rechtbank in Haarlem het voorarrest van Holleeder en zes medeverdachten met nog eens dertig dagen. De groep verdachten zit sinds 30 januari vast. Behalve van het witwassen worden zij beschuldigd van het afpersen van een aantal zakenlieden, meest vastgoedhandelaren. Onder hen ook Willem Endstra, die in mei 2004 voor zijn kantoor aan de Amsterdamse Apollolaan werd doodgeschoten.

Voorafgaand aan zijn dood voerde Endstra in het diepste geheim een reeks gesprekken met rechercheurs van de Crimininele Inlichtingen Eenheid (CIE) van de Amsterdamse politie. Daarin maakte hij gewag van de veelkoppige, criminele activiteiten van Holleeder.

Grote delen van de inhoud van deze gesprekken zijn via de media inmiddels bekend geworden. Endstra heeft zijn gesprekspartners onder meer gezegd dat Holleeder de voorbije jaren achter zo'n 25 liquidaties heeft gezeten. Hij zou ook verantwoordelijk zijn geweest voor de moord op Cor van Hout, in januari 2003. Van Hout en Holleeder en enkele anderen ontvoerden in 1983 biermagnaat Freddy Heineken en diens chauffeur. In de jaren negentig trok het tweetal samen op in de Amsterdamse onderwereld en verwierf onder meer grote criminele macht in het Amsterdamse Wallengebied.

Het justitiële onderzoek naar Holleeder en zijn vermeende handlangers is een even complex als prestigieus project van de Nationale Recherche en het landelijk parket, aangevoerd door de bekende officieren van justitie Fred Teeven en Koos Plooy.

Holleeder geldt al jaren als een zware speler in het Amsterdamse criminele milieu. Voor velen was het niet zozeer de vraag óf hij een keer aangepakt zou worden, maar vooral wanneer.

Het verzamelen van voldoende hard bewijs tegen Holleeder c.s. is geen sinecure. Vooral het vinden van getuigen die tegen de vermeende misdaadbende durven te getuigen vormt een probleem. Het OM beschikt wel over drie getuigen die anoniem willen verklaren. De rechter-commissaris heeft de inzet hiervan inmiddels goedgekeurd, maar de advocaten van de verdachten zijn tegen deze beslissing in beroep. Op 20 april neemt de rechtbank een definitieve beslissing hierover.

Op 11 mei zal de eerste openbare terechtzitting in de zaak-Holleeder plaatsvinden, naar verwachting in het extra beveiligde gerechtsgebouw in Amsterdam-Osdorp. Het gaat hier om een pro formazitting, waarbij de zaak nog niet inhoudelijk aan de orde komt.(ANP)