Een Neus voor zaken
De vriendschap tussen Endstra en Holleeder

Het is een illuster vriendenduo dat eind jaren negentig opduikt in de Amsterdamse rosse buurt en op de hoofdstedelijke vastgoedmarkt: Willem Holleeder en Willem Endstra. Welke rol speelde de crimineel in de zaken van zijn ondernemende vriend 'Hoezo zit de onderwereld niet in het vastgoed Holleeder deed mee met de Millennium Twins. Dit is een bom!'

Vrij Nederland, 7 oktober 2006


Door Harry Lensink

Het is de vorige avond laat geworden. Dus draait Gerard Holleeder zich nog een keertje om op maandagochtend 11 oktober 1999, ook al is het bijna tien uur. Gerard, die bedrijfsleider is in een gokhal op de Amsterdamse Wallen, heeft geen haast. Pas later die dag wordt hij op de zaak verwacht. Dan hoort hij gestommel in het trappenhuis van zijn Amstelveense woning. Het zal zijn vrouw zijn die net de kinderen naar school heeft gebracht. Hij drukt slaapdronken zijn hoofd opnieuw in het kussen.

Plotseling vliegt de slaapkamerdeur open. Gerard schrikt wakker en ziet een man binnenstormen. Hij heeft een pistool in zijn handen. 'Tekenen!' schreeuwt de indringer. De man gooit een papier op het nachtkastje en herhaalt het bevel. Wat is dit denkt Gerard en met zijn wazige hoofd weigert hij. 'Wat nou, mafkees, ik teken helemaal niks.' Pats! Hij krijgt een klap tegen zijn slaap met de loop van het pistool en voelt een stekende pijn. Het bloed stroomt meteen over zijn gezicht. 'Tekenen! Ander schiet ik, je tekent hoe dan ook,' sist de man. 'Geld, ik moet geld hebben, we weten dat hier geld ligt.'

Ze denken zeker dat ik geld van de gokhal thuis heb liggen, beseft Gerard. Maar dat is niet zo. De angst grijpt hem om het hart. Van lieverlee tekent hij het A4'tje naast hem zonder te lezen. Hij ziet slechts wat getypte tekst. De agressieve man grist het weg en snauwt: 'Het gaat om een schuld van Willem.' Daarna doorzoekt hij vluchtig de slaapkamer.

Dan komt een andere man naar boven met Gerards vrouw. Het is het maatje van de agressieve en een stuk kleiner dan zijn kompaan. Als ze geen geld vinden, wordt al snel duidelijk dat de twee Gerard willen meenemen. Hij kleedt zich aan, krijgt beneden een stuk tape op de wond geplakt, afkomstig uit zijn eigen gereedschapskist, en wordt vervolgens snel in een auto gestopt die naast het huis staat. Door de wond, de angst en het tumult heeft hij geen idee wat er met zijn vrouw gebeurt; voor hij het weet, zit Gerard op de achterbank van een Lancia, zo'n oude, vierkante. Een lichtblauwe. Dat dringt nog wel tot hem door.

Ze rijden weg, richting Amsterdam. De twee mannen dragen geen maskers. Toch herkent Gerard hen niet. Ze zijn tussen de dertig en veertig, schat hij. Beiden hebben blond haar, de een wat langer dan de andere. De agressieve van de twee draagt een bril met goudkleurig montuur.

Pas als ze stoppen, heeft Gerard in de gaten dat ze voor het huis van zijn baas staan. Zijn baas is Marcel Kaatee, de directeur van de gokhallen Molensteeg 1 en de Buddy Buddy op de Oudezijds Achterburgwal. De man met het pistool beveelt hem Kaatee te bellen en tegen zijn werkgever te zeggen dat hij naar zijn woning moet komen. Als Gerard Kaatee aan de lijn krijgt, vraagt deze niet om uitleg, maar belooft zo snel mogelijk in de auto te stappen.

Een halfuur gaat voorbij; de ontvoerders wachten zwijgend. Ineens komt Kaatee aanlopen. Snel stappen ze alle drie uit. De gewapende man heeft zijn pistool verborgen. 'Kom op, naar binnen!' krijgt Kaatee te horen. De gokhaldirecteur ziet de hoofdwond van Gerard en weet meteen dat er iets niet in de haak is. 'Mijn vrouw is binnen en m'n kind ligt ziek op bed,' probeert hij nog, maar de twee ontvoerders zijn onvermurwbaar.

Binnen zegt Kaatee zo ongedwongen mogelijk tegen zijn vrouw dat hij 'even met een paar kerels naar boven gaat'. Ze speelt het spelletje mee en doet alsof ze niets in de gaten heeft. Kaatee wordt op zijn eigen zolderkamer ook gedwongen het papiertje te tekenen. Hij vraagt waar het om gaat, waarop de kleine man zegt: 'Gerard zijn broer heeft tien miljoen gulden geleend en dat moeten we terug hebben.' Bij de naam van de schuldeiser staan alleen maar puntjes. Kaatee tekent, hij ziet door de dreigende situatie geen andere mogelijkheid. Daarna doorzoeken de mannen het kantoortje aan huis, maar net als bij Gerard vangen ze bot.

Dan maar naar de goktenten waarvan Kaatee de bedrijfsleider is. De boeven eisen het geld dat daar in de kluis ligt, volgens hen zo'n honderdvijftigduizend gulden. Blijkbaar zijn de heren goed op de hoogte, want de weekopbrengst van Molensteeg 1 en Buddy Buddy wordt op maandagochtend gestort. Terwijl Gerard bij de agressieve man in de auto stapt, rijdt Kaatee met de ander naar de Wallen. Daar haalt hij alles uit de kluis, die maandag een bedrag van 'slechts' 75.000 gulden. Met de zak geld loopt hij terug naar zijn ontvoerder. Waar Gerard op dat moment is, weet Kaatee niet. Die is met de andere man mee, als wisselgeld. 'Ik wil eerst weten of Gerard in orde is, en of jullie hem vrijlaten,' zegt Kaatee als hij terug is bij de auto. De man duwt hem een telefoon in zijn handen. Hij krijgt Gerard aan de lijn en die zegt dat hij het goed maakt. Beiden worden daarop vrijgelaten, terwijl hun ontvoerders zich snel uit de voeten maken. 'Geen domme dingen doen, he,' roepen ze - geheel volgens het cliche - hun slachtoffers nog na.

Door wie Marcel Kaatee en Gerard Holleeder zijn ontvoerd, is nooit bekend geworden. Wel doen ze aangifte bij de Amsterdamse politie en verklaren uitvoerig over die angstige maandagochtend in 1999. Daarna nemen ze contact op met iemand die in beider leven een rol speelt, als broer en als goede kennis: Willem Holleeder.

In de gok- en seksindustrie

Al jarenlang gaat het verhaal dat de Heineken-ontvoerder in de hoofdstad grote belangen heeft in de rosse buurt. Politieagenten, de commissie-Van Traa, Willem Endstra in zijn achterbankgesprekken met de recherche en onlangs nog Thomas van der Bijl, het voormalige maatje van de Heineken-ontvoerders: allen zijn ervan overtuigd dat Holleeder samen met Cor van Hout en de broers Ruud en Rob Grifhorst heeft geinvesteerd in de gok- en seksindustrie op de Wallen.

De - toch wat knullige - ontvoerders lijken ook in die veronderstelling te verkeren. 'Het is voor een schuld van Willem' en 'Gerard zijn broer heeft tien miljoen geleend', zeggen ze tegen hun slachtoffers als die gedwongen worden de schuldbekentenis te tekenen. Tegenover de politie ontkent Gerard Holleeder echter ten stelligste dat zijn broer iets met de gokhallen te maken heeft. 'Dat kan niet de reden zijn van deze ontvoering. Ik ben een simpele jongen, ik doe gewoon mijn werk en heb helemaal niets met dat wereldje te maken.'

Het is logisch dat Willem Holleeder zich in 1999 druk maakt over de ontvoering: het gaat immers om zijn broer. Toch gaat die betrokkenheid bij het wel en wee van de Molensteeg verder, vermoedt justitie. Niet voor niets zijn aan het huidige strafdossier de telefoontaps op Holleeder uit die tijd toegevoegd. Het zijn afgeluisterde gesprekken die hij voert kort nadat zijn broer Gerard hem heeft ingelicht over de ontvoering en het ontvreemde geldbedrag. Holleeder belt daarna stad en land af en vooral zijn toenmalige maatje en topcrimineel Sam Klepper reageert furieus op de kidnap. Hij zweert dat ze de daders zullen achterhalen.

Dicht in zijn hartje

Eigenaar, investeerder of slechts 'geinteresseerde' Justitie vermoedt in elk geval dat Willem Holleeder betrokken is bij de gokhallen op de Wallen. Voor wie dat zeker geldt, is zijn toenmalige grote vriend, een man met wie hij eind jaren negentig joviaal door de hoofdstad trekt: Willem Endstra. De vastgoedbaron heeft een belangrijke rol gespeeld in het geschuif met vennootschappen en panden op het adres Molensteeg 1. Sterker nog: tijdens de ontvoering is Endstra de eigenaar van beide 'recreatieve' gelegenheden.

Het is een van de ruigste stukjes Wallen, ingeklemd tussen de Zeedijk en de Oudezijds Achterburgwal. De Molensteeg verwerkt een continue stroom junks, hoerenlopers en toeristen, die worden bijgelicht door de rode gloed van de hoerenramen. Daarachter bieden vrouwen uit alle landstreken tegen betaling hun lichaam aan. Het is niet een adres waar je een zakenman verwacht die grote deals doet met keurige banken.

Endstra heeft een verklaring voor zijn zakelijke aanwezigheid in de rosse buurt. Op de achterbank bij de rechercheurs zegt hij over 'die speelhallen' het volgende: 'Willem kwam naar me toe. Hij zegt: "Ja, ik word opgelicht. Ik zou die hallen krijgen. Hebben ze me beloofd. En ik heb zolang in de gevangenis gezeten en ik ben nou eerlijk en nou willen ze me dat afpakken." Heb ik gezegd: nou, wat gemeen. Toen heb ik die hallen gekocht. ... Toen zegt Willem: "Als jij het nou koopt, dan hebben we het samen. Jij betaalt. Dan is de helft van jou en de helft van mij."' De facto zijn de goktenten van Holleeder, betoogt Endstra. Hij heeft voor Holleeder geinvesteerd en Marcel Kaatee is slechts een vooruitgeschoven post. Hij raadt de politie aan Holleeders bezit af te pakken. 'Dat is wel heel dicht in zijn hartje hoor, want daar leeft ie van.'

Een vriendendienst dus. Misschien ook niet zo vreemd dat beiden op hetzelfde adres een rol spelen, want in die dagen zijn Endstra en Holleeder zoals gezegd onafscheidelijk. In eerste instantie prive en later ook zakelijk. Willem en Willem worden steeds vaker in het openbaar samen gezien: in de sportschool, op het strand van IJmuiden, aan de dis bij Joop Braakhekkes Le Garage. Ja, zelfs aan de toog bij de Hells Angels. In hun clubhuis heeft Endstra ooit een joint gerookt, waarna hij 'volledig de weg kwijt was,' aldus een familielid. Het is een misschien wat onsmakelijke manier om hun vriendschap te duiden, maar de directeur van Endstra's IJmuidense jachthaven heeft tegenover de politie in elk geval de meest accurate omschrijving gegeven: 'Tot de scheiding van die twee vraten Willem Endstra en Willem Holleeder elkaars stront.'

Langzamerhand krijgt de buitenwereld notie van die mannenvriendschap. Heb je ze samen gezien Nog niet Nou, kijk dan beter om je heen op de Apollolaan, in de P.C. Hooft en aan de Diepenbrockstraat. Het spotten van Willem & Willem wordt een modieuze bezigheid op de vrijdagmiddagborrels in de kroegen van Amsterdam-Oud-Zuid. Wat doet een ogenschijnlijk keurige, uitzonderlijk rijke ondernemer als Willem Endstra in het gezelschap van een bekende crimineel Het antwoord: thrillseeker Endstra is er eerder mee weggekomen - hij werd begin jaren negentig verdacht van witwassen voor een xtc-bende - en zoekt opnieuw met enige graagte de grenzen van de wet op. Dat die twee elkaar ergens moeten tegenkomen, lijkt onvermijdelijk. Ook al omdat ze een gemeenschappelijke kennis hebben: Rob Grifhorst.

Met Rob 'de Bouwvakker' Grifhorst heeft Endstra begin jaren negentig een paar grote vastgoeddeals gedaan. Tegelijkertijd zag justitie Grifhorst enige tijd als 'de vijfde Heineken-ontvoerder'; hij zou zelfs het brein achter de kidnap van Freddy Heineken en zijn chauffeur Ab Doderer zijn geweest.

Daar is nooit een spatje bewijs van geleverd, maar onlangs werd die theorie wel opnieuw gevoed. Thomas van der Bijl, de in april 2006 vermoorde eigenaar van het Amsterdamse cafe De Hallen en in 1983 vriend van de ontvoerders, had eerder een verklaring afgelegd bij de politie. 'Toen hun gepakt werden voor die ontvoering, moest ik ergens geld ophalen. In een homofielenpark in Frankrijk stond een boom met een M en dan zoveel stappen daar vandaan, heb ik twee nachten liggen graven. Toen heb ik het gevonden. Dat waren tassen van plastic en daarin het geld. Daar zat 5 a 6 miljoen gulden bij elkaar in.' Van der Bijl zegt dat hij het geld aan Rob Grifhorst heeft gegeven. Volgens hem zijn met dat kapitaal panden op de Amsterdamse Wallen gekocht.

Klusjesman

Als Willem Holleeder en Cor van Hout in 1992 vrijkomen, is het Rob Grifhorst die een welkomstfeestje organiseert in het Amsterdamse Marriott-hotel. Daar is Endstra ook aanwezig. Via zijn zakenpartner Grifhorst is hij dus slechts een handshake verwijderd van de Heineken-ontvoerders. Zo kan het gebeuren dat hij enkele jaren later op een avond in een cafe op de Amsterdamse Nieuwmarkt langdurig in gesprek raakt met Holleeder. Het klikt. Of, zoals Endstra het bij de recherche op de achterbank verwoordt: 'Ik zweer op het leven van mijn kinderen en op mijn eigen leven dat ik gewoon dacht dat het een hele fijne, goeie vent was.' Endstra vertelt dat hij zelfs nog heeft gepoogd Willem Holleeder te bewegen het nooit getraceerde deel van het losgeld voor Freddy Heineken terug te geven. De vastgoedman wil het wel voorschieten, maar later laat Holleeder weten dat 'dhr. Heineken het geld niet wilde aannemen'.

Op die avond is de kiem gelegd voor een hechte vriendschap. Vanaf dat moment loopt Holleeder te pas en te onpas het kantoor van Willem Endstra aan de Apollolaan binnen. Al snel is hij de klusjesman voor diens vastgoedbedrijf. Als er ergens een pandje moet worden gesplitst, een lekkage moet worden verholpen of de kozijnen in de verf gezet, dan regelt De Neus dat. Niet dat hij zelf staat te kwasten. Nee, Holleeder werkt met een vast aannemersbedrijf, waarin hij volgens een zakenrelatie van Endstra een belang heeft.

Dat hij geen gewone vriend naast zich heeft, merkt Endstra als ze samen gaan sporten. Holleeder wordt veelal begeleid door bodyguards. Het deert de zakenman niet, dat maakt het allemaal juist zo opwindend. Als Endstra eigenaar wordt van de IJmuidense jachthaven en er enkele tientallen appartementen bouwt, krijgt zijn maat ook een onderkomen: vanaf Kennemer Boulevard nr. 666 kan Holleeder de zon in de zee zien zakken.

IJmuiden is de weekendbasis. Hier komen de Endstra's samen, nu aangevuld met Holleeder en zijn vriendin Maike Dijkhuis. De nieuwe vlam van De Neus voelt zich direct thuis in het gezelschap van de bemiddelde zakenfamilie. Maike is de dochter van Chris Dijkhuis, die mede-eigenaar is van het Amsterdamse vastgoedbedrijf Sedijko. Samen met zijn broer Harro behoort Chris tot de rijkste ondernemers van de hoofdstad; in hun portefeuille zit onder andere de prestigieuze honderdvijftig meter hoge Rembrandt-toren, de kantoorkolos waarin ooit de top van Philips was gevestigd. De Telegraaf heeft op 19 augustus 1995 de primeur van de pikante relatie: 'Heineken-ontvoerder bemint dochter Alfreds huisvriend!' kopt de krant, die meldt dat Chris Dijkhuis een goede bekende is van Freddy Heineken.

Het deert Endstra niet. Tegen familie en vrienden zegt hij: 'Die man heeft z'n straf uitgezeten, hij verdient een nieuwe kans.' Dus maakt Maike Dijkhuis in Endstra's IJmuidense penthouse broodjes shoarma voor de vastgoedfamilie, drinkt ze witte wijn met Endstra's zus Trix en met Corine, de vriendin van vader Arnold. De mannen joggen over het strand of nippen aan whisky op het dakterras.

Ook tijdens vakanties lijken de nieuwbakken vrienden onafscheidelijk. In een justitieonderzoek naar Holleeder duiken reisboekingen op die De Neus midden jaren negentig maakte. Zo vliegt Holleeder op 8 augustus 1994 nog met zijn zus Sonja, zijn gabber Cor van Hout, met wie Sonja dan al jaren een relatie heeft, en hun dochter Francis voor drie dagen naar Nice. Twee jaar later is het gezelschap drastisch gewijzigd. Dan zit hij in het vliegtuig met Maike Dijkhuis, Willem Endstra en Anita Schuts voor een weekje vakantie op Aruba.

Pruiken en maskers

De switch tussen Van Hout en Endstra als vakantiegezelschap is veelzeggend. Daar zit een heel verhaal achter. Dat horen ook de luistervinken van de politie als ze midden jaren negentig de telefoon van Holleeder tappen. Er loopt op dat moment een onderzoek naar een drugsbende, waarvan volgens justitie in eerste instantie Holleeder, Van Hout en Grifhorst de leiders zijn. Op 6 oktober 1997 vallen vierhonderd politiemensen binnen op honderd adressen. Er worden vijfendertig mensen gearresteerd. Naast professionele afluisterapparatuur, kogelvrije vesten, pruiken en maskers worden er grote bedragen cash, auto's en wapens in beslag genomen. In dit zogenaamde Citypeak-onderzoek blijft de verdenking tegen Holleeder en Grifhorst niet overeind. Alleen Cor van Hout krijgt het voor de kiezen. Hij wordt veroordeeld tot vierenhalf jaar gevangenisstraf, samen met vijftien anderen, onder wie ook de later vermoorde Thomas van der Bijl.

Bij de arrestatie in 1997 speelt Willem Holleeder nog wel een rolletje. Hij wordt niet aangehouden, maar slechts gehoord door de rechter-commissaris. De leider van het onderzoeksteam zegt tijdens de persconferentie niet uit te sluiten dat Holleeder later alsnog wordt aangehouden. Bij de gelegenheid meldt de politie ook dat ze een poging tot liquidatie van Van Hout en Holleeder heeft 'stukgemaakt'.

Citypeak geeft een onthullend inkijkje in de verwijdering tussen Willem Holleeder en zijn criminele maat Cor van Hout. Op 3 maart 1996 belt Willem zijn vriendin Maike en zegt dat hij ruzie heeft gehad met Cor. Hij noemt hem 'een gluiperd' en 'een alcoholist'. Een paar weken later, op 27 maart, wordt Cor van Hout voor zijn woning in de Amsterdamse Deurloostraat neergeschoten. 'Flipper' wordt geraakt in zijn kaak, maar overleeft de aanslag.

Interessant is het gesprek dat Holleeders vriendin Maike Dijkhuis kort daarop voert met haar moeder. Maike vertelt dat ze bij Van Hout thuis was toen het gebeurde en dat ze snel door de politie is weggesluisd. Holleeder had haar opgedragen om zo snel mogelijk te verdwijnen, want 'RTL4 staat voor de deur, RTL5, SBS, alles'. Toch zegt ze er meteen bij: 'Nou mam, ik hoef het niet te verloochenen hoor, waar ik mee omga...'

Maar moeder Dijkhuis is niet helemaal gerust. Zij is bang dat Willem ook gevaarlijke dingen doet. 'Maaik, het is toch niet zomaar...' Maar haar dochter heeft een heel andere verklaring. 'Nou ja, kijk, Wim zegt dat dit te maken heeft met zijn dronkenschap he, dat hij dan mensen beledigt... en hij heeft vorige week al iedere keer alles recht moeten zetten voor Cor, met bepaalde groeperingen die hem zat waren, dus ik denk dat dit puur op Cor gemunt is geweest. Ik denk dat Wim hier niets mee te maken heeft.'

De liefde tussen Van Hout en Holleeder is blijkbaar tanende. Een andere vriendschap krijgt daardoor juist een oppepper. Die tussen Willem en Willem. Door de bank genomen zijn de gesprekken tussen Holleeder en Endstra in die tijd weinig interessant. Vaak is het niet meer dan: waar ben je Zal ik zo nog even langskomen Maar op 11 augustus 1996 zitten de heren wat langer met elkaar aan de lijn. Holleeder heeft een probleem en vraagt Endstra om advies. De politie luistert mee. Dat levert het volgende tapverslag op:

E = Endstra, H = Holleeder

17.47. Willem belt Wim Endstra. Wim is varen met zijn kinderen. Wim vraagt of Willem nog op visite is geweest bij zijn vriend. Willem is daar geweest en wil Wim daar nu over spreken.

E: 'Wat zei die'

H: 'Uhhhh ja.'

E: 'Huilen'

H: 'Ja ja.'

E: 'Moet...'

H: 'Ja ja, dat wel als er geen... hij wil... hij wil... dit zo houden zoals hij dat zei.'


Het gaat over een kennis van Holleeder. Die heeft blijkbaar geen behoefte aan een voorstel dat de Heineken-ontvoerder hem heeft gedaan. De relatie heeft ook bepaalde eisen gesteld, maar daar heeft Endstra geen zin in, zo blijkt uit het vervolg van het gesprek als de vastgoedman zegt: 'Nee, dat doen we niet. Dan krijgt ie klappen.' Willem Holleeder weet duidelijk niet wat hij ermee aan moet.

H: 'Nee, het heb helemaal geen zin, Wim, om met die man te praten, dat heb helemaal...ik kom er helemaal niet uit met die man.'

E: 'Wat heb je tegen hem gezegd Je bent gewoon een vuile schijtbak Of heb je hem...'

...

E: 'Maar je moet gewoon, je moet ook voet bij stuk houden, joh.'

H: 'Ja maar dat gaat zo niet, jongen, want het is het is weer een spelletje. Ik ben er een beetje moe van, ik wil je wel alleen even spreken, persoonlijk dus uh...'

...

E: 'Je moet zeggen: nou, dat is goed, maar ik wil effe mijn twee dingen terug, jij moet even die dinges afrekenen met mij en dan hou je die zaak maar. Snap je wat ik bedoel'

H: 'Ja.'

E: 'Even afrekenen, even jij alles...'

...


Willem wil Wim zien. Wim zegt dat Willem relaxed moet zijn en dat het geen zin heeft om elkaar met drie tellen te zien. Wim belt Willem als hij thuis is en zegt nog dat Willem zich 'niet moet laten piepelen, ouwe vriend'.

H: 'Ja, maar dat gaat zo niet, ik word een beetje flauw van alles.'

E: 'Maar het is nu een moment om niet je te laten piepelen.'

H: 'Nee dat weet ik... maar dat doet ie toch wel hoor.'

E: 'Ja, maar dan moet jij nu gewoon een keer gewoon net even, net even iets slimmer wezen, nog slimmer.'

H: 'Ja.'

E: 'Je moet gewoon zeggen van: bekijk het effe vuile schijtbak.'

H: 'Ja, nee, ik zie je zo wel.'


Vete

Willem Endstra die zegt dat iemand 'klappen krijgt'. Willem Endstra die iemand 'een vuile schijtbak' noemt. Willem Endstra die Holleeder vertelt dat hij zich 'niet moet laten piepelen'. En dat in een gesprek met de man die hij later zo zou vrezen. In 1996 zijn de rollen duidelijk nog heel anders. De vraag is, over wie het hier gaat. Wie is de persoon, 'de vriend' die Holleeder 'piepelt'

Misschien zit het antwoord in de zin die Endstra halverwege uitspreekt: 'Je moet zeggen: nou, dat is goed, maar ik wil effe mijn twee dingen terug, jij moet even die dinges afrekenen met mij en dan hou je die zaak maar.' In de wetenschap dat het niet meer botert tussen Cor van Hout en Willem Holleeder en dat ze ergens in de jaren negentig hun gemeenschappelijke bezittingen hebben ontvlochten, is de kans groot dat het gesprek gaat over de onderlinge problemen tussen de Heineken-ontvoerders, waarbij Holleeder zich laat adviseren door Endstra.

Dat het om een vete tussen de voormalige gabbers gaat, lijkt ook nog eens te worden bevestigd als Holleeder precies een kwartier later Van Hout aan de lijn heeft. Er volgt een warrig gesprek, waarbij ze elkaar slecht verstaan en Holleeder zich achterdochtig opstelt als Van Hout de bizarre vraag stelt of Holleeder 'gegeten heeft die middag'. Maar dan zegt Willem: 'Ja, het maakt niet uit, wij, wij, als wij er maar uitkomen, dan, voor de rest maakt het mij niet uit.'

Cor: 'Waarom moet je het vandaag weten dan'

Willem: 'Omdat die met die horentjes dat wil.'

Later die avond bellen Willem Endstra en Willem Holleeder nog een keer. Endstra is wezen varen, maar staat nu te schuilen, want de regen komt met bakken uit de lucht. Hij wacht in het Apollohotel en heeft geen auto bij zich. Holleeder biedt aan hem op te pikken en vraagt meteen of hij dan ook even met Endstra naar huis mag. Die antwoordt: 'Ja graag, jongen.'

Casa Rosso-erfenis

De 'boedelscheiding' tussen Holleeder en Van Hout wordt in datzelfde jaar geregeld, meldt Endstra later in zijn achterbankverklaring: 'Toen hebben ze afgesproken van: nou, we delen het in drieen.' Dat gebeurt tijdens een bijeenkomst in een Goois hotel, vertelt ook Thomas van der Bijl in zijn recente getuigenis bij de politie. 'Dat was in Vinkeveen, in de Residence. Willem was toen vervelend. Flip ('Flipper', Van Hout) heeft toen gezegd tegen Willem: pak maar wat je wilt. Toen heeft Willem de rosse buurt en de Roompotstraat genomen. En de Bouwvakker zou Spanje nemen en de centen. Dus dat was Spanje en 2,5 miljoen. Cor heeft alles mogen houden.' (Het gaat hier respectievelijk om de Amsterdamse seksclub Satyricon van Holleeder, Grifhorsts luxueuze bordeel in het Spaanse Malaga en de 'hoerenkasten' van Cor van Hout in Alkmaar).

Wie trekt er aan de touwtjes op de Wallen Het is een vraag waar ook de financieel rechercheurs zich in de Holleeder-zaak het hoofd over breken. Van wie is de zogenaamde Casa Rosso-erfenis Wie kocht de nalatenschap van de roemruchte 'Zwarte Joop' de Vries, de 'koning van de Wallen', met daarin sekstenten en gokhallen, waaronder de Buddy Buddy en Molensteeg 1

Op papier is duidelijk wie de huidige eigenaar van de hallen is: ze zijn in het bezit van Marcel Kaatee. Zal best, hoor je justitie zeggen, maar Kaatee is de financiele man van Holleeder, hij is slechts een pion van de topcrimineel. De gokhaleigenaar en verwoed vrijetijdsmusicus is een van de hoofdverdachten in het Holleeder-dossier. Kaatee wordt door Endstra in de achterbankgesprekken ook meerdere keren voorgesteld als de loopjongen van Holleeder, die de 'afpersafspraken' regelt.

Toch heeft de inmiddels gedetineerde Kaatee een steekhoudend verhaal over de geschiedenis van de hem zo dierbare goktenten. Hij vertelt er uitvoerig over in zijn verhoren met de politie. Volgens hem heeft Rob Grifhorst de hallen in 1992 gekocht van Edith de Vries, de dochter van Zwarte Joop. Kaatee deed toen al de administratie voor de bedrijven en blijft dat doen als 'de Bouwvakker' Grifhorst de baas wordt. Als Endstra de hallen in december 1997 overneemt van Grifhorst, gaat Kaatee opnieuw mee. 'Endstra wist veel van onroerend goed maar niet van speelautomatenhallen. Hij heeft mij toen gevraagd directeur te worden.' Endstra betaalt 8,5 miljoen gulden aan Grifhorst, vertelt Marcel Kaatee. 'Daar zaten nog andere zaken bij, inclusief de verkoopopbrengst van deelnemingen als Casa Rosso, de Bananenbar en het Erotisch Museum.' Dat wist justitie al. Ze hadden het koopcontract ontdekt bij een huiszoeking in het Citypeak-onderzoek. De speurders dachten toentertijd dat Cor van Hout de eigenaar was, maar het bleek de vastgoedman van de Apollolaan te zijn. Het vehikel dat Endstra heeft gebruikt, is een vennootschap op de Britse Maagdeneilanden, Island Investments BVI. Dat moet hem als eigenaar onzichtbaar houden voor de buitenwereld.

Het maakt Kaatee niet uit hoe of wat. Hij is blij met zijn promotie tot directeur van de gokhallen. Dat blijkt een vrij autonome baan, want Endstra kijkt slechts van een afstandje mee. De vastgoedman hangt liever niet aan de grote klok dat hij revenuen uit speelautomaten en sekstenten krijgt. Dat wordt min of meer bevestigd door zijn broer Haico, de huidige frontman van het Endstra-imperium. Die zegt in 2005: 'Ik geloof niet dat Wim op de Wallen onroerend goed had.'

In 2002, na de desastreuze publicatie in De Telegraaf, waarin hij de bank van de onderwereld wordt genoemd, bedenkt Endstra dat het wellicht slim is de gokhallen te lozen. Ze zullen geen positief effect hebben op zijn toch al aangetaste imago. Hij biedt ze Kaatee aan, die gretig op het aanbod ingaat. De directeur heeft er naar eigen zeggen twintig jaar op gewacht. Maar Kaatee heeft niet voldoende kapitaal. Hij leent de koopsom vervolgens bij Endstra. Op 6 september 2002 wordt de hobbygitarist de officiele eigenaar van Buddy Buddy en Molensteeg 1.

Endstra doet in dat jaar voor het eerst aan public relations en daar passen de 'rosse' zaken niet bij. Toch vreemd, want volgens Kaatee heeft de vastgoedman nog kort voor de verkoop geprobeerd in Zaandam een winkelcentrum te kopen voor dertig miljoen gulden, 'omdat er de mogelijkheid was om een gokhal te vestigen met een vergunning voor driehonderd gokautomaten'. De deal is volgens Kaatee nooit doorgegaan, omdat een andere partij een beter bod deed.

Leuk en aardig, maar de naam Holleeder duikt nergens op in het geschuif met de goktenten. Hoewel uit tapverslagen van oude onderzoeken blijkt dat Holleeder soms contact heeft met zowel Marcel Kaatee als Rob Grifhorst, is hij in de officiele stukken nergens terug te vinden. Dat hij, Holleeder en Grifhorst elkaar in die jaren spreken, is volgens Kaatee logisch: Holleeder werkt na zijn detentie voor 'Robbie de Bouwvakker'. Uiteindelijk pacht De Neus van Grifhorst het Erotisch Museum op de Wallen en Kaatee adviseert Holleeder over de boekhouding van deze toeristenattractie. 'Daar was hij zelf niet goed in. Ik heb hem leren kennen als een vriendelijke gozer. We gingen wel eens samen drinken en uit. Hij kwam overal binnen. Hij kende iedereen. We kwamen zo in de IT en de Richter,' vertelt Kaatee zijn verhoorders.

Zoals gezegd, justitie ziet het anders. Holleeder is de sterke man in het red light district. Maar het Openbaar Ministerie moet het vooralsnog doen met de verklaringen van twee getuigen: Willem Endstra en Thomas van der Bijl. En die zijn beiden dood. Toch is ook Endstra's zus Trix overtuigd van Holleeders betrokkenheid: 'Hij heeft m'n zoon Arnold ooit gevraagd of ie voor hem wilde werken. Dan moest Arnold op een brommertje het geld uit die automaten door de stad rijden. Zou hij ook een blaffer krijgen. Nou, daar heb ik een stokje voor gestoken. Anders had ie m'n jongen ook ingemetseld in z'n kringetje.'

Verscholen achter Grifhorst en later achter Endstra, zo zou Holleeder hebben geopereerd. Als het waar is, zullen de goktenten hem ongetwijfeld flink wat hebben opgeleverd. Maar hoe lucratief de slotmachines en de roulettetafels ook zijn, het is klein bier vergeleken met de business waar de ex-gedetineerde in de jaren negentig aan ruikt: vastgoed. Via Willem Endstra krijgt hij een indruk van die snelkookpan met stenen.

Raad en daad

Het lijkt erop dat Holleeder in die periode probeert zich een positie te verwerven tussen de vastgoedreuzen Endstra, Hummel, De Vlieger en Paarlberg. Dat hoeft niet per se om participaties in torenhoge kantoorflats te gaan, ook voor afzonderlijke pandjes haalt Holleeder zijn neus niet op. Als hij een object op het oog heeft, belt hij vastgoedgenie Endstra om raad en daad, zo is te horen in tapverslagen van de politie. Endstra, altijd druk bezig met zaken, maakt immer tijd voor de handelaar in spe. Hij onderbreekt zelfs gesprekken met vertegenwoordigers van de Fries-Groningse Hypotheekbank of bankiers van de SNS Bank om Holleeder te adviseren. Bijvoorbeeld op 2 oktober 2001: 'Wim wordt gebeld door Willem Holleeder', schrijft de verbaliserend politieman. 'Willem kan een pand kopen in de Monnikenstraat en vraagt wat dat waard kan zijn. Er is 50 mille huur op. De prijs kan ongeveer 6 ton zijn, zegt Wim, maar hij moet niet al te enthousiast zijn.'

Handelstips voor beginners. Toch is de naam van de gangster nergens terug te vinden. Hij staat niet geregistreerd in het kadaster en heeft geen bedrijven op naam staan. Maar dat is geheel volgens de regels van het Handboek Crimineel: gebruik stromannen om je bedrijvigheid en bezittingen te verhullen. In Holleeders geval vermoedt justitie dat hij een strovrouw gebruikt: zijn eigen vriendin Maike Dijkhuis.

De dochter van vastgoedmagnaat Chris Dijkhuis stond enkele jaren geregistreerd als aandeelhouder van de vennootschap Van Leijenbergh Vastgoed bv, in het verleden gevestigd op het Amsterdamse adres waar zij en Holleeder woonden. Die rechtspersoon had op zijn beurt weer de meerderheid van aandelen in Nieuwgraaf 114 Holding bv. De laatste onderneming participeerde in meerdere grote vastgoeddeals. Als directeur van Nieuwgraaf 114 duikt een bekende naam op: funkgitarist en Wallen-manager Marcel Kaatee.

'Endstra wilde net zo'n prestigieus project voor de stad organiseren als de Rembrandt-toren van de vader van Maike Dijkhuis,' legt Kaatee aan de recherche uit. Volgens hem zag de vastgoedmagnaat mogelijkheden nu hij via Holleeder bevriend was geraakt met de dochter van Chris Dijkhuis. 'Het idee van Endstra was om een bv met Maike op te richten zodat hij later makkelijk zaken kon gaan doen met de vader van Maike. Dat heeft Endstra mij zelf verteld.'

Volgens Kaatee heeft Maike Dijkhuis uiteindelijk op aanraden van haar vader een einde gemaakt aan de zakelijke relatie met Endstra, toen deze negatief in het nieuws kwam. Een opmerkelijke motivatie voor de vrouw van wie iedereen weet dat zij de levenspartner van Willem Holleeder is. Maar goed, Kaatee persisteert: 'In het dossier staat dat de Nieuwgraaf 114 van Holleeder is. Dat klopt niet.'

Grootheidswaan

Hoe dan ook, Nieuwgraaf 114 Holding draait mee in grote deals waar miljoenen mee zijn gemoeid. Justitie wil van directeur Kaatee wel eens weten waarom Endstra de vriendin van Holleeder laat meeprofiteren van behaalde vastgoedwinsten, zonder dat daar aantoonbare inspanningen tegenover staan. Ook daar heeft Kaatee antwoord op: hij meent dat Willem Endstra de naam van Dijkhuis gebruikt om goede sier te maken bij de banken. 'Hij heeft bij de financiers gezegd dat bij de aankoop van Nieuwgraaf 114 de familie Dijkhuis was betrokken, de bekende vastgoedhandelaren.'

Misschien is het geveinsde naiviteit van Kaatee. Misschien heeft Endstra hem op het verkeerde been gezet. Of misschien heeft de directeur van de gokhallen wel gewoon gelijk en heeft Willem Holleeder inderdaad niets van doen met de zakelijke beslommeringen van zijn vriendin Maike. Wat zegt de miljonairsdochter er eigenlijk zelf over Net als Kaatee is ook zij verdachte in het Holleeder-dossier. Op 2 februari 2006 legt Dijkhuis een verklaring af bij de rechter-commissaris. 'Endstra kwam met het idee om te investeren en te participeren. ... Ik denk dat het zijn idee was om op die manier met mijn vader in contact te komen, wat overigens niet is gelukt.' Volgens Dijkhuis heeft ze de betrokken vennootschappen verkocht toen Endstra negatief in het nieuws kwam. 'Ik snap dat u misschien denkt dat dit niet te rijmen is met het feit dat ik jarenlang een relatie heb gehad met Willem Holleeder. Dat was prive en daarom anders.'

Trix Endstra schiet in een cynische lach. 'Kom nou! Wim had helemaal niets met die broers Dijkhuis. En ik geloof niet dat het Wims idee is geweest om Maike te laten participeren. Ik kan je een ding verzekeren: mijn broer hield van vrouwen, maar deed geen zaken met ze.' Volgens haar werd Maike Dijkhuis door Holleeder gepusht. Hij zou zijn vriendin hebben gedwongen het makelaarsvak onder de knie te krijgen. 'Dat meisje was veel liever bezig met winkelen en geld uitgeven.'

Maar Dijkhuis krijgt bijval uit onverwachte hoek. Volgens Endstra's voormalige zakenpartner Klaas Hummel is de dochter van Chris Dijkhuis 'niet belast door Holleeder'. Handig is het allemaal niet geweest, zegt Hummel, die tot op de dag van vandaag on speaking terms is met de vriendin van De Neus. 'Ik staat niet achter haar keuze voor een levenspartner, maar ik denk dat ze niet of niet bewust heeft meegewerkt aan constructies. Toch was het natuurlijk veel beter geweest als ze er helemaal buiten was gebleven.'

Hummel doet het bij de politie voorkomen alsof Endstra uit grootheidswaan handelde. Terwijl zij samen in Museum Vastgoed voor honderden miljoenen transacties deden, mag Maike Dijkhuis een bv'tje overnemen waar in de toekomst wellicht anderhalf miljoen gulden winst in zit. Give the dog a bone.

Managementprobleem

Waar of niet, het laat onverlet dat Holleeder voor zichzelf aast op een positie in het lucratieve vastgoed. Dat blijkt in de zomer van 2001. Dan dient zich namelijk een uitgelezen mogelijkheid aan om toe te slaan: Endstra's zakenmaatje Erik de Vlieger stapt uit het World Fashion Centre (WFC), een prestigieuze belegging waarvan de excentrieke multiondernemer samen met Endstra en diens zakenpartner Klaas Hummel eigenaar is.

De Vlieger heeft er geen zin meer in, want hij ligt overhoop met medeaandeelhouder Klaas Hummel, de sterke man naast Willem Endstra. Die vindt dat De Vlieger, managing director van het WFC, er een potje van maakt. Huurders zouden massaal overstappen naar de evenknie van het WFC, het Mode Centrum in Almere. 'Ik heb Erik toen ontslagen als managing director en dat was niet bevorderlijk voor onze relatie,' zegt Hummel. Ook is hij kwaad dat De Vlieger het WFC heeft gebruikt om een hypotheek los te peuteren voor de aanschaf van een Spaanse stierenvechtarena. De Vlieger reageert als gebeten: 'Ik lach me suf om dit verhaal. Willem Endstra en Klaas Hummel wilden mijn aandeel. Drie maanden later verkopen ze het voor het dubbele door. Die informatie hadden ze achtergehouden. Dat vind ik pas erg.'

Of het nu zijn mismanagement was of dat Hummel en Endstra slinkse vastgoedtrucs met hem uithaalden, doet er niet toe: Erik de Vlieger stapt uit. Daarop ontstaat een fascinerend schaakspel, waarbij Endstra als dealmaker optreedt. In het huidige strafdossier tegen Holleeder is een reconstructie van de uitkoop van De Vlieger te vinden. In eerste instantie is het de bedoeling dat Museum Vastgroep, het gezamenlijke bedrijf van Endstra en Hummel, het WFC-deel van De Vlieger overneemt. Er wordt een officiele datum geprikt waarop De Vlieger als directeur zal aftreden: 7 september 2001. Na die bijeenkomst belt Endstra met Holleeder.

'Endstra zegt dat het bruidje eraan komt.

Holleeder: O ja, waar komt het bruidje aan dan

Endstra: Weet ik veel.

Endstra vertelt wat er vanochtend op kantoor heeft plaatsgevonden met Erik de Vlieger en Klaas Hummel. Klaas was kwaad geworden en Erik was uitgestapt. Holleeder wil Endstra zien.'

In de daaropvolgende maanden heeft Endstra regelmatig contact met Holleeder, waarin verholen over zaken wordt gesproken. Justitie vermoedt dat het om afspraken over het WFC gaat en dat Holleeder het deel van Erik de Vlieger wil overnemen. Dat klopt, maar Klaas Hummel wil er niets van weten, zo blijkt dat najaar. Haico Endstra belt zijn broer op 16 oktober. Volgens de politietap zegt Haico 'dat onze vriend toch maar even naar Klaas is gegaan en Willem Holleeder is boos teruggekomen. Haico zegt dat Holleeder heel boos is. Wim Endstra zegt dat Klaas gewoon niets meer van Holleeder wil weten.'

Endstra's broer geeft in 2005 een andere lezing bij de politie. Volgens Haico had Holleeder inderdaad zijn zinnen op het WFC gezet, maar had zowel Hummel als zijn broer Willem daar geen zin in. 'Toen heb ik Holleeder voor het eerst zien schuimbekken en toen liep hij het kantoor uit, vouwde een fiets dubbel en schopte tegen een boom. Vanaf toen werd het minder.' Tenslotte zegt De Vlieger, geconfronteerd met de verdenkingen van justitie: 'Totale lariekoek! Ik heb nooit, maar dan ook nooit gehoord dat Willem Holleeder mijn deel wilde kopen. Te grappig voor woorden.'

Maar terug naar 2001. Hummel is verbaasd als de Heineken-ontvoerder hem op zijn kantoor bezoekt. Ze spreken elkaar buiten. 'Hij wilde de straat op, rondjes lopen. Hij wilde niet worden afgeluisterd.' Het frappeert de vastgoedman nog meer als blijkt dat Holleeder tot in detail op de hoogte is van de WFC-perikelen. 'Hij zei: "Ik heb het opgelost." Ik zeg, hoezo Wat heb jij opgelost "Nou, jullie komen er toch niet uit Dan koop ik het." Toen zei ik: da's geen oplossing, dat is het probleem tienduizend keer groter maken. Daarop antwoordde Holleeder: "We zijn geen vrienden meer. Ik ben heel erg boos op je, nu heb je een probleem." Maar hij dreigde niet me te vermoorden of zo. Echt, ik ben nooit bedreigd door Willem Holleeder. Ik heb hem puur gezien als een managementprobleem. Ik wilde geen zaken met hem doen, terwijl Endstra steeds meer ging pushen en riep hoe fantastisch Holleeder wel niet was.'

Goedmakertje

Het WFC had de slagroom op de taart moeten zijn, maar een jaar na de koop zitten er volop barsten in het glazuur. Het botst tussen de vastgoedvrienden Hummel en Endstra. Toch liggen ze nog niet helemaal uit elkaar. Eind 2001 wordt alles afgehandeld. Het zakenduo neemt het WFC-deel van De Vlieger over. Holleeder vist achter het net, zo lijkt het. Toch zijn er aanwijzingen dat Endstra een alternatief heeft gevonden voor zijn vriend. Op 18 december belt De Neus met Stille Willem. In het gesprek zegt Endstra dat hij alles heeft geregeld met De Vlieger. Holleeder vindt dat mooi en zegt dat hij Endstra morgen wil spreken.

'Endstra: Het is nu weer, alsnog weer, weet je... tevreden iedereen.

Holleeder: Dat is belangrijk, jongen.

Endstra: En jij bent tevreden.'

Tevreden Waarover Wat maakt dat Holleeder er niet meer van baalt dat hij de WFC-kluif is misgelopen Blijkbaar heeft Endstra een goedmakertje achter de hand. Wat dat zou kunnen zijn, wordt duidelijk als Erik de Vlieger op 2 november 2001 een brief stuurt naar notariskantoor Jager & Stuijt. Hij laat zijn notaris weten dat zijn bedrijf Imca Vastgoed een aantal posities heeft uitgeruild met Hummel Consultants en laat de jurist weten wat de vervolgstappen zullen zijn. 'Wij hechten eraan aan u de vertrouwelijkheid van deze stappen te benadrukken', schrijft De Vlieger. 'Derhalve mag niets wat met deze zaken van doen heeft ter ore komen aan de vorige eigenaar Hummel Consultants.'

Wat is het dat Erik de Vlieger zo graag tussen hem en zijn notaris wil houden De voormalige naaimachinehandelaar heeft drie projecten overgenomen van Klaas Hummel, waaronder de Millennium Twins, het negentig meter hoge kantoor dat later wordt verhuurd aan uitgeverij Reed Elsevier. Nu verzoekt De Vlieger om zo prudent mogelijk een percentage van de aandelen door te schuiven naar twee andere partijen: naar Convoy-Contigas bv van Endstra en naar...Nieuwgraaf 114 Holding.

Als Hummel vijf jaar later wordt geconfronteerd met die brief, verschiet de vastgoedman van kleur. 'Dit is een bom! Weet je wat hier gebeurt Willem Holleeder heeft als stille vennoot samen met Willem Endstra en Erik de Vlieger de Millennium Twins verhuurd aan Reed Elsevier, met een financiering van het ABN Amro Bouwfonds. Dus hoezo zit de onderwereld niet in het vastgoed' Erik de Vlieger beaamt de doorlevering van aandelen aan de twee vennootschappen. 'Dat ging om een afgesproken winstdeling, die overigens uiteindelijk niet is doorgegaan. En voor zover ik weet, was Nieuwgraaf 114 Holding een vennootschap van Endstra.'

Wie ook de achterliggende partij is, Hummel heeft in 2001 geen idee van de doorlevering. Ondertussen neemt de irritatie toe tussen de vrienden in het vastgoed. Over de telefoontaps is te horen hoe smalend Endstra over zijn partner spreekt. Als hij wil gaan eten in Le Garage, krijgt Endstra van zijn buddy Holleeder te horen dat de vrouw van Hummel er die avond ook zit. 'Dan ga ik niet,' zegt Endstra. Hij heeft het vervolgens over 'die lul, die ex-partner van mij'. 'Die patient,' reageert Holleeder.

Hummel op zijn beurt neemt Erik de Vlieger in vertrouwen. Ze gaan in de zomer van 2000 lunchen bij het Amsterdamse restaurant Vis aan de Schelde, waar Hummel boven exquis zeebanket zijn disgenoot in vertrouwen laat weten dat hij wil stoppen met Endstra en hun bezit in Museum Vastgoed kwijt wil. 'Erik vroeg: "Hoe ga je dat doen" Ik zei: ik ga proberen onze gezamenlijke portefeuille te verkopen, of ik ga iemand zoeken die mijn deel wil overnemen. "Dat wil ik wel," zei Erik. Hij was in die tijd helemaal lyrisch van Wim. Maar ik wilde dat niet.'

Nog diezelfde dag staat Willem Endstra bij Hummel op de stoep. 'Hij was woedend. Hij zei: "Als je van me af wilt, mag je dat ook in m'n gezicht zeggen." Erik de Vlieger was dus als een schoothondje vijf minuten na ons gesprek naar de Diepenbrockstraat gegaan en had tegen Wim gezegd: "Klaas Hummel wil van je af." Erik zag zijn kansen. En zo is het eigenlijk ook gegaan. Terwijl ik steeds minder met Endstra deed, is De Vlieger in het gat gesprongen.'

Erik de Vlieger veert op: 'Dat verhaal klopt,' zegt hij. 'Klaas en Wim zaten voor honderden miljoenen samen in zaken. Naar buiten toe was het pais en vree. Maar op een gegeven moment heb ik een afspraak met Klaas in dat restaurant, waarbij hij zijn partner Endstra begint af te branden. Klaas zegt tegen me: "Erik, jij bent een echte projectontwikkelaar, jij zit in andere bedrijfstakken. Doe dat samen met mij. Dan laten we Willem Endstra vallen." Nou, ik heb een hekel aan verraders en aan geheime disloyaliteit. Twee minuten later heb ik inderdaad Endstra gebeld.'

Lachende derde

Trammelant in vastgoedland. Is Holleeder de lachende derde De hallen op de Wallen, de bv's van zijn vriendin, de poging te participeren in het WFC: hoewel sommige betrokkenen het anders zien, meent justitie dat de Heineken-ontvoerder bezig is geweest in alle drie gevallen een zakelijke relatie aan te knopen met Willem Endstra. De hechte band tussen de twee Amsterdammers is voor het Openbaar Ministerie het bewijs dat onder- en bovenwereld door elkaar lopen. Die vrijage tussen beide milieus gebeurt steeds meer in het openbaar.

De buitenwacht vraagt zich keer op keer af wat Endstra bezielt. Bij justitie hebben ze inmiddels wel een vermoeden: Endstra is opnieuw volop in zaken met lieden uit de onderwereld. Bij het Openbaar Ministerie begint het in 2001 te kriebelen. Waar zijn voorgangers sneefden, probeert een gedreven officier van justitie aan het begin van de nieuwe eeuw de vermeende witwasser aan de Apollolaan definitief uit te schakelen: Joost Tonino heropent de jacht op Willem Endstra.

Toen Willem Endstra op 17 mei 2004 werd vermoord voor de deur van zijn Amsterdamse kantoor, was hij de eerste representant van de bovenwereld die slachtoffer werd in de Amsterdamse gangsteroorlog. Pas na Endstra's dood ontvouwde zijn dramatische situatie zich in volle omvang: hij was door eigen toedoen verstrikt geraakt in een crimineel web waaruit ontsnappen onmogelijk leek. Jarenlang had de zakenman in het verborgene hand-en-spandiensten verricht voor kopstukken uit het Nederlandse misdaadcircuit. Het leverde hem de bijnaam 'bank van de onderwereld' op. Toen deze gangsters hun geld opeisten, werd dat de Amsterdamse ondernemer fataal.

Hoe was Willem Endstra met deze criminelen in contact gekomen Wat zocht hij in de onderwereld Waarom maakte justitie zo verbeten jacht op hem Was hij dader, slachtoffer of beide En sprak Endstra de waarheid tegenover de rechercheurs in de inmiddels roemruchte 'achterbankgesprekken' In Stille Willem: de dodelijke spagaat van vastgoedbaron Endstra geeft VN-redacteur Harry Lensink antwoord op deze en vele andere vragen rond de vermoorde zakenman. Aan de hand van interviews met betrokkenen en met behulp van justitiele informatie ontstaat een beeld van Endstra als gewiekst ondernemer, als geliefd familieman, als pathologische womanizer en als meervoudig criminelenvriend.

Uit het hier gepubliceerde hoofdstuk blijkt dat Willem Holleeder, de vermeende afperser van Endstra, heeft geprobeerd om zichzelf via zijn zakenvriend een positie te verwerven in het Amsterdamse vastgoedcircuit. Tegelijkertijd investeerde Willem Endstra in gokhallen die volgens justitie in handen waren van de Heineken-ontvoerder.

Dat alles speelde zich af eind jaren negentig toen Willem en Willem als gezworen kameraden door de hoofdstad trokken.